Uitstel van wijzigingen in de Arbowet. Hoezo?
Onlangs zijn er berichten in de media gepubliceerd over wijzigingen in de Arbeidsomstandighedenwet. Maar, zijn deze wijzigingen al formeel van kracht? Nee, de media lopen op wet vooruit.
De Tweede Kamer heeft een wet waarin de wijzigingen zijn opgenomen, aangenomen.
Deze wet is in oktober 2016 naar de Eerste Kamer gezonden. De Eerste Kamer heeft enkele vragen aan de Minister gesteld. Het antwoord op deze vragen is nog niet bekend.
Uit de aard van de vragen blijkt wel dat de inwerkingtreding van de wijzigingen geen vaststaand gegeven is.
De Eerste Kamer heeft zijn twijfels bij de uitvoering van de wijzigingen omdat er onvoldoende gekwalificeerde bedrijfsartsen zijn om aan de nieuwe vraag te voldoen. Aan de Minister is gevraagd hoe hij zorg gaat dragen voor een voldoende aanbod van bedrijfsartsen.
Over de versteviging van de positie van de preventiemedewerker, door middel van instemming van de OR, heeft de Eerste Kamer haar twijfels.
Het uitbreiden van de rol van de bedrijfsarts wordt als positief gezien. Evenals het tijdig melden van beroepsziekten. De Eerste Kamer is het met de branchevereniging van bedrijfsartsen eens dat het opleggen van boetes om de bedrijfsarts te dwingen beroepsziektes te melden, qua effectiviteit niet een juist middel lijkt te zijn. Een grotere rol voor de werkgever lijkt hier meer voor de hand liggend.
De Eerste Kamer wil ook dat er een betere samenwerking komt tussen de bedrijfsarts en de behandelaar. Daarnaast stelt de Eerste Kamer, vanuit haar reflecterende rol, nog de vraag om de rol van de arbodienst en bedrijfsarts en de zakelijke relatie met de werkgever, te heroverwegen. Achter deze vraag zit in feite een wijziging van het huidige verzuimbeleid.
Kortom, de Eerste Kamer is nog niet overtuigd. En dat is wel nodig om de wet worden in te voeren. De Eerste Kamer kan een wet aannemen of verwerpen. Zij kan geen wijzigingen aanbrengen in de wet.
Gelet op de vragen is de aanname van de wijzigingen in de arbeidsomstandighedenwet in de Eerste Kamer geen gelopen race.
De Eerste Kamer heeft op 18 oktober 2016 haar vragen aan de Minister gesteld. De Minister is verzocht binnen 4 weken te reageren. Op het moment van schrijven, 16 november 2011, was de reactie nog niet bekend.
Klik op de link voor de actuele stand van zaken: actuele stand Eerste Kamer