Nieuws week 5 – 2011
Concurrentiebeding, kennis, vrije keuze van arbeid
Sinds het intreden van de economische crisis, zijn er hoogtijdagen voor incassobureaus. Om concurrentie te voorkomen, wordt in veel gevallen in de arbeidsovereenkomst een non-concurrentiebeding opgenomen.
Een werkneemster, 25 jaar oud, is op basis van arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst geweest bij een incassobureau. Zij oefende de functie uit van junior incassomedewerkster. Werkgeefster heeft het dienstverband beëindigd.
Werkneemster heeft schorsing van het concurrentiebeding gevorderd in een voorlopige voorzieningenprocedure. De duur van het concurrentiebeding is 24 maanden. Werkneemster acht dit onbillijk omdat zij hierdoor niet in dezelfde branche werkzaam kan zijn. De kantonrechter heeft de duur van het concurrentiebeding teruggebracht naar 6 maanden. Werkgeefster kan zich met dit oordeel niet verenigen en heeft hoger beroep ingesteld.
Het Gerechtshof overweegt dat de werkneemster slechts voor korte duur in dienst is geweest en niet zelf ontslag heeft genomen. Daarbij neemt het Hof ook in overweging dat het niet aannemelijk is dat de werkneemster specifieke informatie en kennis heeft over werkgeefster. Hierdoor is zij niet in staat werkgeefster hevige concurrentie aan te doen.
Voor werkneemster is het van belang om haar loopbaan zoveel mogelijk te kunnen vervolgen in lijn met de werkzaamheden uit het laatste dienstverband. Immers, de kansen om met haar recente kennis en ervaring elders aan de slag te kunnen, zijn dan optimaal. Hierdoor wordt werkneemster in staat gesteld om haar kennis en ervaring ook voor haar verdere loopbaanontwikkeling te benutten.
Uit deze uitspraak blijkt dat de werkneemster in staat wordt gesteld haar carrière voort te zetten in een op dit moment bloeiende branche.