Nieuws week 9 – 2011
Ziekte, deskundigenoordeel, loonsanctie, (second opinion)
Een werknemer heeft zich medio maart 2009 ziek gemeld. Hij is onder behandeling van zijn huisarts, psychiater en een psycholoog. De bedrijfsarts heeft de werknemer op 23 september 2010 arbeidsgeschikt verklaard. Werkgeefster heeft de werknemer opgeroepen zijn werkzaamheden te hervatten.
De werknemer heeft geen gehoor gegeven aan de oproep om te komen werken. De werknemer heeft een deskundigenoordeel (second opinion) bij het UWV aangevraagd. De verzekeringsarts heeft geoordeeld dat de werknemer niet arbeidsgeschikt is per 23 september 2010.
De bedrijfsarts reageert op het oordeel van de verzekeringsarts met de stelling dat de verzekeringsarts in strijd met de richtlijnen zijn onderzoek heeft verricht. De verzekeringsarts had overleg moeten voeren met de bedrijfsarts.
De werkgever handhaaft zijn stelling dat de werknemer het werk had kunnen hervatten en betaalt vanaf 23 september 2010 het loon niet meer door.
De werknemer went zich tot de kantonrechter met het verzoek de werkgever te veroordelen het loon door te betalen. De kantonrechter overweegt dat het enkele feit dat de verzekeringsarts geen overleg heeft gevoerd met de bedrijfsarts onvoldoende is om het deskundigenoordeel geheel buiten beschouwing te laten. De kantonrechter is van mening dat een deskundigenoordeel dient te worden beoordeeld in relatie tot het oordeel van de bedrijfsarts en de wijze van totstandkoming en de onderbouwing van dat deskundigenoordeel. De kantonrechter gaat hierbij in op de prognose die eerder (door een andere) bedrijfsarts is gegeven. Het oordeel van deze bedrijfsarts sluit aan bij het oordeel van de verzekeringsarts. Daarbij, overweegt de kantonrechter, is een deskundigenoordeel binnen een korte termijn na het bestede oordeel van de bedrijfsarts, tot stand gekomen.
De kantonrechter overweegt dat een loonsanctie, het niet doorbetalen van het loon, een ingrijpende maatregel is die voor een werknemer grote gevolgen heeft en bij toepassing daarvan dient de grootst mogelijke zorgvuldigheid te worden betracht.
Aan de hand van bovenstaande overweging wordt de loonvordering van de werknemer toegewezen.
Uit deze uitspraak volgt, in de lijn van de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep over loonsancties die opgelegd worden aan werkgevers die onvoldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht waarbij deze werkgevers zich baseren op adviezen van de Arbodienst. De Centrale Raad van Beroep legt het eigen risico van een onjuist of onzorgvuldig advies van de bedrijfsarts, neer bij de werkgever. De werkgever dient zelfstandig te onderzoeken of het aan hem gegeven advies juist is.
In bovengemelde uitspraak van de kantonrechter Leeuwarden, wordt eveneens een onderzoeksplicht bij de werkgever neergelegd. De werkgever kan bij de totstandkoming van zijn oordeel niet uitsluitend afgaan op het laatste advies.
(Kantonrechter Leeuwarden, 15 februari 2011, LJN BP6842.)