Minister Asscher heeft een wetsvoorstel gepubliceerd dat betere zorg voor de werknemer dient te borgen. Niet alleen de zieke werknemer maar ook aan preventie wordt in het wetsvoorstel aandacht besteed. De bedrijfsarts wordt in het wetsvoorstel beschermd tegen werkgevers die druk uitoefenen om een werknemer beter te verklaren.
Na een eind vorig jaar gepubliceerd advies van de SER kondigde Asscher in januari van dit jaar wettelijke maatregelen aan. Het advies van de SER is gepubliceerd op http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2014/toekomst-arbeidsgerelateerde-zorg.aspx
De volgende maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel. - versterking van de positie van de preventiemedewerker en samenwerking met arbodienstverleners; - verduidelijken van de adviserende rol van de bedrijfsarts; - het kunnen consulteren van de bedrijfsarts; - ruimte voor professionele beroepsuitoefening door bedrijfsarts en andere arbodienstverleners met taken uit de arboregelgeving; - het basiscontract arbodienstverlening; - meer mogelijkheden voor handhaving op bovenstaande onderwerpen, en - toezicht.
Om de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts te waarborgen, wordt in de wet vastgelegd dat de bedrijfsarts bij ziekteverzuim van werknemers louter een adviserende rol heeft. Daarmee moet voorkomen worden dat de werkgever, die op basis van de Wet poortwachter verantwoordelijk is voor het aanpakken van verzuim, dat afschuift op de bedrijfsarts.
In de toelichting schrijft Asscher hier het volgende over: Op grond van de wetgeving die is ingevoerd met de Wet verbetering poortwachter (Wvp) is de werkgever verantwoordelijk voor de verzuimaanpak. Hierbij laten hij en de werknemer zich ondersteunen door een bedrijfsarts. De door alle betrokkenen onderschreven gedragslijn maakt de rollen duidelijk: de bedrijfsarts adviseert, de werkgever stelt met de werknemer zo nodig een plan van aanpak op voor re-integratie en voert voortgangsgesprekken met de zieke werknemer. De adviserende rol heeft de bedrijfsarts zowel naar de werkgever als naar de werknemer. In de praktijk komt het echter voor dat de werkgever de verzuimbegeleiding geheel aan de bedrijfsarts overlaat en dat een werkgever daarin niet zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. De bedrijfsarts komt dan voor een afweging te staan waarbij het risico bestaat dat de belangen van de werkgever zwaarder worden gewogen. Dit terwijl de bedrijfsarts de gezondheid van de werknemers voorop moet stellen. Daarom wordt verduidelijkt dat de rol van bedrijfsarts bij verzuim van individuele werknemers alleen adviserend is. Het door de bedrijfsarts vasthouden aan die rol draagt ook bij aan de eigen onafhankelijkheid.
Asscher verwacht een actieve rol van de werknemer. In het wetsvoorstel schrijft Asscher: In het kader van duurzame inzetbaarheid wordt van de werknemer verwacht dat deze zich actief opstelt voor wat betreft de eigen gezondheid, ontwikkeling, scholing en mobiliteit. Hierbij past dat alle werknemers de gelegenheid krijgen de bedrijfsarts te consulteren over gezondheidsvragen in relatie tot het werk. Momenteel heeft driekwart van de werknemers toegang tot een bedrijfsarts . De mogelijkheid een bedrijfsarts te consulteren wordt nu voor alle werknemers bij wet vastgelegd. Dit maakt het ondermeer mogelijk de bedrijfsarts te consulteren voordat klachten leiden tot verzuim. De aandacht voor preventieve zorg door de bedrijfsarts wordt hierdoor vergroot. Dit is voor zover het de bedrijfsarts betreft een voortzetting van het tot de wetswijziging van 2007 geldende arbeidsomstandighedenspreekuur .
Het wetsvoorstel geeft richtlijnen voor de overeenkomst tussen de werkgever en bedrijfsarts.Er wordt onderscheid gemaakt tussen een basiscontract en een basisplus contract. Het basiscontract arbodienstverlening, bedrijfsarts en de werkgever is volgens de regering maatwerk. Er is een grote diversiteit aan contracten tussen arbodienstverleners en werkgevers. Veel contracten bevatten echter maar weinig voorzieningen. Dit kan leiden tot ontoereikende zorg. Daarom worden in de wet minimumeisen gesteld aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers - het basiscontract. Dit contract (of de overeenkomst) heeft enerzijds betrekking op de taken waarbij de werkgever zich in ieder geval moet laten ondersteunen. Dit zijn de huidige wettelijke taken: het toetsen van de risicoinventarisatieen -evaluatie, de deskundige begeleiding bij ziekte, het aanbieden van (periodiek) arbeidsgezondheidskundig onderzoek, en indien relevant het verrichten van wettelijk verplichte aanstellingskeuringen - aangevuld met de nieuwe wettelijke taak van consultatie van de bedrijfsarts door de werknemer. Anderzijds betreft het de eis dat arbodienstverleners op professionele wijze hun werk kunnen uitvoeren. Voor de bedrijfsarts in het bijzonder zijn een aantal eisen of garanties expliciet benoemd zodat zeker wordt gesteld dat deze hun professie op volwaardige wijze kunnen uitoefenen.
Drie van de vijf garanties zal ik hier noemen:
- Bezoek van de werkplek. In de overeenkomst tussen werkgever en arbodienst
of bedrijfsarts wordt opgenomen de mogelijkheid voor een bedrijfsarts om de
werkplek te bezoeken.
-
Second opinion. De professional maakt zijn handelen transparant
en toetsbaar door de mogelijkheid van een second opinion voor een werknemer.
Een groot deel van de bedrijfsartsen handelt op dit ogenblik zo.
De regering wil dat deze goede praktijk voor alle werknemers beschikbaar is.
In de overeenkomst wordt daarom opgenomen dat de werknemer de
mogelijkheid heeft om het oordeel van een bedrijfsarts te laten voorzien
van een second opinion door een andere bedrijfsarts .
-
Klachtbehandeling is een aspect van kwaliteit. De arbodienstverlener is al verplicht
tot een adequate klachtenbehandeling. Met het oog op een goede dienstverlening is
het belangrijk dat arbodiensten en zelfstandig werkende bedrijfsartsen bij het
aangaan van het contract aan de werkgever en het medezeggenschapsorgaan
duidelijkheid geven over hun klachtenprocedure. De klachtenprocedure
is ook van belang indien er sprake is van het ontbreken van een vertrouwensband
tussen werknemer en bedrijfsarts, bijvoorbeeld als zich eerder conflicten of
wrijvingen hebben voorgedaan. De werknemer kan dan verzoeken een andere
bedrijfsarts in te schakelen.
Het SER advies en het wetsvoorstel zijn een reactie op de uitkomsten van een onderzoek dat in 2011 onder bedrijfsartsen is uitgevoerd. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken.
Eén op de vijf bedrijfsarts verklaarden in dat onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken dat ze daardoor niet meer kunnen werken zoals het hoort.
Het wetsvoorstel is te lezen op http://www.internetconsultatie.nl/versterken_arbodienstverlening
Op deze site kunt u tot 24 mei 2015 reacties op het wetsvoorstel achterlaten.
Hoe zit het met uw re-integratie traject en de samenwerking met de bedrijfsarts?