Re-integratie onder voorwaarden komt vaak voor. Re-integratie wetgeving legt verplichtingen op aan werkgever en werknemer.Van de werknemer wordt bijvoorbeeld gevergd om wekelijks meer uren te gaan werken. Van de werkgever kan worden gevergd de organisatie aan te passen. De Kantonrechter in Amsterdam heeft op 10 april 2015 een oordeel gegeven over een situatie waarin een werkneemster voorwaarden stelde aan haar werkplek. De volledige tekst van de uitspraak is te vinden op http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2015:2146 Een samenvatting van de uitspraak vindt u op de VAAN website http://vaan.ar-updates.nl/samenvatting/AR_2015_0365?back&page=3&q=amsterdam+10+april+2015&sort=brondatum+DESC
De omstandigheden in deze uitspraak zijn als volgt.
Werkneemster is werkzaam als verzekeringsarts bij het UWV en is sinds 29 maart 2011 volledig arbeidsongeschikt. Een jaar later start zij de re-integratie. Alvorens zij start, stelt werkneemster niet meer met een bepaalde collega te willen werken. Werkneemster wordt daarom overgeplaatst naar een ander team. In februari 2013 wordt een loonsanctie opgelegd wegens onvoldoende re-integratieinspanningen. In verband met de WIA-keuring wordt in 2014 een FML opgesteld. In de FML worden lichamelijke beperkingen opgenomen. Ten aanzien van samenwerken meldt de FML dat er geen belemmeringen zijn. Ook zijn er geen beperkingen in sociaal functioneren opgenomen. Uit de WIA keuring volgt dat werkneemster arbeidsongeschikt is voor haar eigen functie, maar wel structureel 12 uur kan werken in aangepast werk. Vervolgens wordt de afdeling waar werkneemster werkzaam is, verhuisd.
Werkneemster stelt dat zij met een aantal collega’s niet kan samenwerken. Hier gaat aan vooraf dat werkneemster negatieve uitlatingen heeft gedaan over collega's. Aan de hand van het standpunt "niet te kunnen samenwerken" stelt werkneemster voorwaarden aan de re-integratie. Werkgever biedt een alternatieve werkplek en de bedrijfsarts oordeelt dat op basis van de FML geen bezwaar bestaat tegen werkhervatting. Werkneemster vordert daarop toelating tot haar werkzaamheden als verzekeringsarts onder dezelfde speciale omstandigheden, dat wil zeggen een specifieke afdeling en een bepaald team. Werkneemster heeft last van depressies en een bipoliare stoornis. Zij wil, tot zij hersteld is, niet werken met mensen die haar een manie hebben ingejaagd. Zij noemt diverse mensen en locaties waar zij niet kan werken. Het geheel komt op mij over als een zeer lastige puzzel.
Beoordeling kantonrechter De kantonrechter oordeelt dat het niet aan werkneemster is om voorwaarden aan haar re-integratie te stellen of zelf te bepalen op welke wijze haar re-integratie vorm krijgt, daar waar deze voorwaarden c.q. haar wensen te dien aanzien niet door de FML worden ondersteund.
Noch uit de FML, noch uit de overige ingebrachte stukken volgt dat werkneemster met de door haar genoemde personen niet zou kunnen of hoeven samen te werken en/of van haar niet gevergd kan worden haar werkzaamheden op een bepaalde afdeling uit te voeren. Dat wordt ook niet door de bedrijfsarts of de verzekeringsarts ondersteund. De verklaring van haar psychotherapeut wijst evenmin in die richting.
Met UWV wordt verder geoordeeld dat van werkneemster gevraagd kan worden dat zij over de negatieve en beschadigende uitlatingen over haar collega’s een gesprek voert. Onvoldoende blijkt dat dat zij daartoe niet in staat is en voor de samenwerking van werkneemster met haar collega’s - en daarmee het slagen van de re-integratie - lijkt dat zonder meer van belang. Bovendien is het in het belang van de collega’s van werkneemster, welk belang voor UWV ook telt.
Hoewel de kantonrechter ervan overtuigd is dat werkneemster haar werkzaamheden zeer graag wil hervatten en zij een barrière moet overwinnen om feitelijk weer aan de slag te gaan, wordt geoordeeld dat UWV werkneemster reeds zeer ver tegemoet is gekomen rondom de re-integratie. Een aanpassing van haar organisatie naar de wensen van werkneemster kan van UWV niet gevergd worden.
Haar vorderingen worden daarom afgewezen en zij dient haar werk te hervatten.
De uitspraak geeft aan waar een grens ligt aan het aanpassen van de organisatie. Daarbij kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat werkneemster haar positie door negatieve uitlatingen over collega's heeft verslechterd. Het wordt uit de tekst van de uitspraak niet duidelijk of werkneemster heeft gesteld dat zij de uitlatingen heeft gedaan als gevolg van haar ziekte. Wel wordt duidelijk dat haar behandelaars geen medische verklaring hebben gegeven die het stellen van voorwaarden aan de werkplek, een medische grondslag geven. De uitspraak is gebaseerd op art. 7:660a BW: http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/Boek7/Titel10/Afdeling7/Artikel660a/geldigheidsdatum_01-05-2015 Als u vragen heeft over voorwaarden tijdens re-integratie neemt u dan contact op via mail@bertbutter.nl of 0229-249660 of 06-542888049.